In de klas hebben we het over Prinsjesdag. De koning leest dan de troonrede voor en krijgt de miljoenennota. Hierin staat het budget voor volgend jaar.
Koning Willem Alexander en Koningin Maxima gaan met een koets met acht paarden van het paleis naar de Ridderzaal in Den Haag. Er staan veel mensen langs de kant van de weg.
Alle tweede- en eerste Kamerleden zijn in de Ridderzaal. De tweede Kamerleden zijn gekozen door het volk.
Het is heel mooi om te zien. Heel veel vrouwen hebben bijzondere hoedjes op en mooie jurken aan. Koningin Maxima draagt een erg mooie jurk. Maxima heeft een hoedje op. Ze dragen geen kroon. Koning Willem Alexander heeft een chique pak aan.
De koning vertelt wat de regering dit jaar gaat doen. Over hoe belangrijk vrijheid en democratie is. Er gaat meer geld naar onderwijs, immigratie en de woningmarkt.
Dan gaan ze weer naar het paleis. Voordat ze in de koets stappen klinkt het volkslied het Wilhelmus.
Op het balkon van het paleis zwaait de Koning en Koningin en zijn broer en zijn vrouw. Het publiek, vaak in oranje kleding of met een oranje sjaal of muts, zwaait terug.
De derde dinsdag van september is het altijd Prinsjesdag. Nu in Coronatijd gaat het wat anders dan in de andere jaren.
De koning reist niet per glazenkoets. Ook leest de koning de troonrede niet in de Ridderzaal voor, maar in de Grote Kerk. Daar is meer ruimte. Er is geen publiek bij Prinsjesdag. De rijtour gaat ook niet door. Wel kun je alles volgen op de televisie.
Dus de ministers en de genodigden zijn wel in de Grote Kerk. Ze kunnen voldoende afstand houden.
‘Wie heeft er gisteren Prinsjesdag op de televisie gezien?’
Meer dan de helft van de handen gaan de lucht in. Leraar Wim Jansen kijkt tevreden. Hij geeft maatschappijleer en dit is een mooi moment om de onderwerpen vrijheid en democratie te bespreken, evenals Prinsjesdag zelf natuurlijk.
‘Marloes, kun jij vertellen wat Prinsjesdag is? Kom maar naar voren en schrijf wat punten op het bord.’ Marloes loopt naar voren en terwijl ze vertelt schrijft ze op:
- De koning vertelt hoe het budget, de miljoenennota, er volgend jaar uitziet en wat de plannen zijn van de regering.
- Ze gaan vanuit het paleis met een gouden- of glazenkoets naar de Ridderzaal in Den Haag. De koets heeft acht paarden. Heel veel mensen kijken achter hekken naar hen.
- Koningin Maxima is er ook bij, en ook de broer van de koning met zijn vrouw.
- Koning Willem Alexander leest de troonrede voor.
- In de Ridderzaal zitten eerste- en tweede Kamerleden. De Tweede Kamerleden zijn gekozen door het volk. Zij zitten in de regering.
- En de vrouwen die er zitten hebben allemaal hele mooie hoedjes op. En vaak mooie jurken aan. En natuurlijk zag Koningin Maxima er heel mooi uit. Prachtig!
Er klinkt gelach. Vooral van de jongens. Je ziet ze denken. Echt weer iets voor een meisje om op te noemen.
‘Prima Marloes,’ zegt meneer Jansen. ‘Wie weet er nog meer?’
Arnold komt naar voren en schrijft op:
- De koning vertelde over vrijheid en democratie. Dat dit heel belangrijk is in Nederland. Wij vinden dat gewoon, maar in heel veel landen is dat niet zo. Daar mogen ze hun mening niet zeggen. We moeten dat waarderen, zei hij.
- Er gaat meer geld naar onderwijs volgens hem.
Jarno roept luid: ‘Dus dan kunnen we weer normaal Natuurkunde krijgen? Want nu krijgen we maar twee uur per week les, totdat er een leraar gevonden is.’
‘Het is goed dat je dat zegt, Jarno. Helaas is dat probleem niet direct opgelost. Was dat maar zo,’ reageert de leraar.
Er worden nog een paar dingen genoemd zoals:
- De koning had het over verlaging van belastingen, de immigratie en de woningmarkt.
- Ook zijn er op Prinsjesdag veel ceremoniële dingen. Op het eind is er de ‘balkonscéne’; de koning, de koningin en zijn broer en vrouw zwaaien naar het pubiek vanaf het balkon van het paleis. Er staat heel veel publiek. Ze houden van de koning en koningin. Ze hebben oranje sjaals, hoeden of kleding. Oranje – de kleur van het Nederlandse Koningshuis. Ze zwaaien naar de koninklijke familie.
- En ze spelen het volkslied, het Wilhelmus.
Ze praten nog even in de klas over al deze dingen. Wat iedereen toch het belangrijkste vindt in de troonrede is dat de Koning het heeft over vrijheid en democratie én natuurlijk het onderwijs.
Dan gaat plotseling de bel. Iedereen schrijft snel het huiswerk op, een opstel over ‘Wat betekent vrijheid voor jou?’ en doet z’n spullen in zijn tas. Op naar de volgende les.