website free tracking

Tulpen en Molens

Het is eind april. Vandaag is het mooi weer. Angela en Bert gaan naar Friesland toe. Ze gaan de tulpen bekijken van hun vrienden Els en Kees. Samen met Mustafa en Myriam.

‘Kijk daar eens, een heel groot meer,’ zegt Myriam.

‘Oh, en daar een grote, grijze vogel,’ roept Mustafa.

‘Dat is een reiger. Die heb je hier heel veel,’ vertelt Angela. ‘Er is heel veel water in Friesland en er zijn ook veel vogels, eenden en zwanen.’

Iedereen heeft zin in een dagje uit. Gezellig! Ze hebben zomerkleren aan. Onderweg gaan ze koffie drinken bij een picknicktafel.

‘Dichtbij is ook een molen. Willen jullie die zien?’ vraagt Bert. Dat willen ze wel. Bert vertelt dat ze vroeger meel maakten in de molen. Daar maakten ze brood van. Ze klimmen de trap op en bekijken de ruimtes. Het is heel interessant.

Een half uur later zijn ze bij Els en Kees. Die laten hun de tulpen zien. Velden met rode, gele, roze en oranje tulpen. Het is prachtig. Kees pakt een tractor en wie wil mag meerijden. Mustafa en Angela rijden mee op de tractor. ‘Je ziet het veel beter vanaf een tractor,’ zegt Angela. Mustafa knikt. Dat vindt hij ook.

Ze drinken koffie en gaan dan weer weg. Ze gaan wandelen langs een meer. Angela heeft eigenlijk zin in zwemmen, maar het water is nog te koud, helaas. Als laatste gaan ze samen eten in een restaurant. Het was een leuke dag!

Werkwoorden:

Zijn
Hebben
Bekijken
Zeggen
Roepen
Willen
Zien
Vertellen
Maken
Opklimmen
Laten
Mogen
Meerijden
Gaan
Wandelen

Opdrachten:

Schijf de maanden van het jaar op.
Schrijf de dagen van de week op.
Probeer de werkwoorden en de vervoegingen te leren
Kun je met deze werkwoorden een kort verhaaltje schrijven met als onderwerp jouw dagelijks leven nu?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Fill out this field
Fill out this field
Please enter a valid email address.
You need to agree with the terms to proceed

Menu